Kasper in het bos

Kasper in het bos

 

We maken kennis met de natuur

In plaats van zwemmen, ga naar de rivier,
op reis gaan met Kacper!
We nodigen je uit in het bos!

Waarin je meer tijd zult doorbrengen?
Zit in het naaldhout – deze spar,
of in een bladverliezende – deze eik?

Je komt ons overal tegen – zwierzęta
dus voorzichtig gaan, onthouden!
Wij kennen de geheimen van het bos.
Kacper! We nodigen je prachtig uit!

Spin

Een spin zit onder de varen,
dapper sterke netten weven.
Na een uur – ik zweer het –
zijn spinnenweb is klaar!

“Kacper! Een vlieg die ik vang,
Ik geef je vandaag als ontbijt.
Spring gewoon niet in dit struikgewas!
Oj! Je brak het spinnenweb!”

Zwijn

“Chrum! Chrum! Przestań, lief zwijn!
Waarom maak je zo veel aan het schreeuwen??
Er zijn eikels onder de eiken,
en je graaft overal de aarde op!”

“Je wilt op de tanden van het zwijn komen?
als niet, ren naar de boom!
Mijn kinderen, kleine wildernis,
ze kunnen je schoenen beschadigen,
We ploegen het hele nest.
Dan ga ik even pauzeren.”

Sarna

“Ik hou er niet van om alleen te springen!
Waar is mijn moeder hert?
Waar vrienden hebben gerend?”
“Hoe is dat waar?? naar een boskwekerij!
Hoe schaam je je niet?, jonge dame!
Je bent nog steeds aan het rennen, Nog steeds hetzelfde!
op de open plek, direct naast het logboek,
Jongeren leren al reeën.”
“En Kacper is er vandaag?”
“Sarno! Ik ga overal met je heen!”

Lis

“Panie lisie! Jij ziet mij,
dat je vandaag iets verkeerd hebt gedaan!
Schaam je niet om 's nachts zo te sluipen
en eet de kippen uit het kippenhok?!”

“In de winter is het moeilijk om lekkernijen te vinden,
dus daarom ben ik zo.
Een hongerige vrouw wacht in het hol
erg boos op mij.
En de jager misschien morgen
maak van mij een vossenbont!”

Jeż

Welke stekels heeft deze egel?!
Kacper is ook opgegroeid
en het wordt een egel!
Je wilt de egel niet prikken?!
Omdat die bange egel
staat onder bescherming, czy wiesz?

mieren

Beweging in de mierenhoop vanaf de ochtend,
omdat de koningin slaperig is,
het gaat, schreeuwt, bestellingen,
goed humeur verwent iedereen.

“Meer licht!” – de mier schreeuwt.
“De lamp is tenslotte aan!”
“Steek er dan nog een aan!”
Arbeiders hebben een ordinaat mijnen.
Het huis is gebouwd en schoongemaakt,
De mieren hebben het moeilijk!

Dzięcioł

Wie vervalst?? Wie klopt er nog??
Wie zoekt er naar insecten in de schors??
Zijn sterke snavel raakt de boom.
Dosyć! Przestań! Stop, collega!

Deze meneer Specht werkt nog steeds.
Alles in het bos tikt.
Het is een goede tijd voor het ontbijt,
dus geniet van uw maaltijd, aardige heer!

Muchomor

Hoewel ik een rode hoed heb,
sneeuwwitte stippen erop,
eet me niet op! Kom niet! niet bewegen!
Laat de paddenstoelen heel!

Hoewel ik het mooist groei in het bos,
niemand zet me in de prullenbak.
De echo draagt ​​deze waarheid:
paddenstoelen worden niet gegeten!

Żuk

Hij zegt een kever tegen de kever”
“balletjes rollen – moeilijke kunst!
Voor de wedstrijd op de open plek
laat Kacper bij ons staan.
Wie doet de grootste bal?,
wie gaat hem het mooist versieren,
deze krijgt veel lekkers –
champignonsoep en soep.”

“Kacper zal verliezen, vriend!
Hij is een, en velen van u.”

Borsuk

Mevrouw Borsukowa huilt,
want het avondeten is klaar,
en de das verliet het huis
en zei tegen niemand.

“Je hebt mijn man niet gezien?
ik zoek overal, Ik belast mijn gehoor.
Hij heeft witte strepen op zijn hoofd,
helemaal zwart, stoer in zichzelf.”

O! Het komt!” “Hoi, baby!
Ik ben vandaag begonnen met voeden!”