Tomek en zijn katje

Tomek en zijn katje

Lang geleden, lang geleden, in een klein stadje gelegen tussen groene heuvels, Er woonde een kleine jongen genaamd Tomek. Tomek was nog maar vijf jaar oud, maar hij was al een heel slim en zorgzaam kind. Hij had ook de beste vriend ter wereld – kleintje,

Cuba en Bruno

Cuba en Bruno

Lang geleden, lang geleden, in een klein stadje gelegen tussen groene heuvels, Er woonde een kleine jongen genaamd Kuba. Kuba was een vrolijke en energieke kleuter, die ervan hield om buiten te spelen en de wereld om hem heen te verkennen. Jego najlepszym

Cuba en Cuba

Cuba en Cuba.

Lang geleden, lang geleden, in een klein stadje, Er woonde een kleine jongen genaamd Kuba. Kuba was een kleuter, hij speelde graag in de zandbak, ijs eten en tekenfilms kijken. Op een dag, Kuba zjadł na śniadanie pyszne naleśniki z syropem klonowym i

David en zijn ongewone kak

David en zijn ongewone kak

David was een kleine jongen, die naar de kleuterschool ging. Op een dag, tijdens het spelen in de zandbak, hij voelde, dat hij moet plassen. Hij rende snel naar het toilet en ging op het potje zitten. Na een tijdje kwam er een enorme poep uit zijn buik!

Snorren

Snorren.

Lang geleden, lang geleden, in een klein huis aan de rand van het bos, leefde een kleintje, een rood katje genaamd Mruczek. Mruczek was een heel nieuwsgierige kat, hij hield ervan om door de tuin te dwalen en nieuwe hoekjes en gaatjes te ontdekken. Op een zonnige ochtend, Het spinnen liep door de tuin, gdy nagle natknął