Een sprookje over Kuba en de zieke hond

Een sprookje over Kuba en de zieke hond

Lang geleden, lang geleden, in een klein stadje aan de rand van het bos, Er woonde een kleine jongen genaamd Kuba. Kuba was een kleuter en bracht graag tijd door met spelen met andere kinderen. Hij had ook de beste vriend ter wereld – een kleine hond genaamd Burek. Burek was altijd bereid om plezier te hebben en verdedigde Kuba altijd tegen gevaar.

Op een dag speelde Kuba met andere kleuters in de zandbak, toen hij het merkte, dat Burek roerloos onder de bank ligt. De hond zag er verdrietig en moe uit. Kuba rende naar Burek en begon hem te aaien.

“Wat is er gaande, Een pot?” – vroeg Kuba bezorgd.

Burek had niet de kracht om te antwoorden. Kuba wist het, dat hij iets moet doen. Hij rende naar huis en vroeg zijn moeder om hulp. Kuba's moeder wist het, dat Burek ziek was en ze bracht hem naar de dierenarts.

De dierenarts onderzocht Burek en zei:, dat de hond koorts heeft en een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven. Kuba was erg verdrietig, dat ze niet bij Burke kan zijn, maar hij heeft het hem beloofd, dat ze hem elke dag zou bezoeken.

Kuba bezocht Burek elke dag in het ziekenhuis. Hij las hem boeken voor, hij vertelde hem over spelletjes op de kleuterschool en zong liedjes voor hem. Burek was erg blij met de bezoeken van Kuba en begon langzaam te herstellen.

Na een paar dagen was Burek gezond en kon hij met Kuba naar huis. Kuba was erg blij, dat zijn beste vriend weer bij hem was.

Kuba en Burek speelden vele jaren samen. Ze leerden, dat vriendschap het allerbelangrijkste is en dat we elkaar altijd moeten helpen, wanneer je het nodig hebt.

Moreel: Vriendschap is als een schat – het moet verzorgd en gevoed worden. Echte vrienden zijn er altijd voor elkaar, maakt niet uit wat.