Een kleuter en een ziek katje

Een kleuter en een ziek katje

Kleine Tomek had een kat, Puszka, Zijn vacht was zo donzig als een teddybeer. Ze hadden plezier samen, Tomek kietelde speels zijn hoofd.

Maar op een dag veranderde Poeszek, Hij lag in de hoek, verdrietig en moe. Hij niesde met zijn neus en spinde zachtjes, Tomek wist het, dat er iets mis is met de kat.

Tomeks moeder gaf hem een ​​kom melk, En een warme deken, om kleine pootjes te verwarmen. Tomek streelde Fluffy's hoofd, En fluisterde in zijn oor: “Beterschap, mijn vriend!”.

Een paar dagen gingen voorbij en Puszek herstelde zich langzaam, Hij rende en sprong weer, alsof hij nooit ziek was geweest. Tomek was blij, dat zijn vriend hersteld was, En ze speelden vrolijk samen, zonder enige woede.

De les uit dit sprookje is deze: Zorg voor je dieren, omdat zij dat ook voelen. Als ze ziek zijn, geef ze liefde en steun, En ze zullen zeker snel herstellen, zoals Puszek en Tomek samen.