Bruno en de verrassing

Bruno en de verrassing.

Lang geleden, lang geleden, in een klein stadje, Er leefde een hond genaamd Bruno. Bruno was een vrolijke en ondeugende pup, die dol was op rennen en spelen in het park. Eén zonnige dag, Bruno ging wandelen met zijn baasje. Hij rende over het gazon, hij rook bloemen en jaagde op vlinders. Nagel, Bruno voelde het, dat hij moet poepen. Hij keek om zich heen en zag een klein struikje. Hij rende erheen en pakte zijn spullen.

Bruno was erg blij met zichzelf. Hij dacht, dat hij iets geweldigs heeft gedaan. Hij rende naar zijn meester en begon met zijn staart te kwispelen. De Heer keek naar Bruno en fronste.

“Bruno, wat heb je gedaan?” – vroeg meneer.

“Ik poepte!” – zei Bruno trots.

“Maar je mag niet in het park poepen!” – jij zei. “Je moet het op een speciale plek doen.”

Bruno was in de war. Hij wist het niet, dat hij niet in het park kan poepen.

“Waar moet ik dit doen??” – vroeg Bruno.

De Heer liet Bruno een speciaal plekje op het grasveld zien, waar honden konden poepen. Bruno rende naar die plek en nam daar nog een puinhoop.

De Heer was blij met Bruno. Hij heeft het hem geleerd, dat honden op speciale plekken moeten poepen. Bruno was ook blij. Hij leerde iets nieuws en wist het, dat hij voortaan op de juiste plek poept.

Vanaf die dag poepte Bruno altijd op bijzondere plekken. Hij was een gehoorzame en beleefde hond, die altijd naar zijn meester luisterde. En iedereen in de stad wist het, dat Bruno de schoonste hond was die er was.