Tomek en zijn katje
Lang geleden, lang geleden, in een klein stadje gelegen tussen groene heuvels, Er woonde een kleine jongen genaamd Tomek. Tomek was nog maar vijf jaar oud, maar hij was al een heel slim en zorgzaam kind. Hij had ook de beste vriend ter wereld – kleintje, een gemberkatje genaamd Mruczek.
Mruczek stond altijd aan de zijde van Tomek. Ze speelden samen in de tuin, ze lazen boeken en sliepen in knusse bedden. Tomek vond het heerlijk om de zachte vacht van het katje te aaien en aan zijn oren te krabben, en Purr spinde tevreden, zijn groene ogen sluiten.
Op een zonnige ochtend werd Tomek wakker en zag, dat Mruczek verdrietig en zwak in bed ligt. De kat had geen eetlust en geen energie om te spelen. Tomek maakte zich grote zorgen. Hij wist het, dat Mruczek ziek moet zijn.
Hij kleedde zich snel aan en rende naar zijn moeder.
“Mama, Kleine spinnen zijn ziek!” – schreeuwde Tomek.
Tomeks moeder keek naar het kitten en knikte.
“Dus, baby, Je hebt gelijk. De kleine man moet naar de dierenarts” – ze zei.
Tomek was erg verdrietig, maar hij wist het, dat hij dapper moet zijn voor zijn vriend.
Moeder ging met Tomek en Mruczek naar de dierenarts. De dokter onderzocht het kitten en zei:, dat hij een infectie heeft. Hij gaf Mruczek wat medicijnen en zei, dat hij een paar dagen moet rusten.
Tomek bezocht Mruczek elke dag thuis en bracht hem eten en speelgoed. De kat herstelde zich langzaam. Na een paar dagen was Mruczek weer de oude – blij, energiek en vol leven.
Tomek was erg blij, dat zijn vriend hersteld was. Hij heeft het toen geleerd, dat dieren ook ziek kunnen worden en dat ze verzorgd moeten worden, als ze ziek zijn. Vanaf dat moment hield Tomek nog meer van Mruczek en zorgde hij nog meer voor hem.
En zo leefden Tomek en Mruczek nog lang en gelukkig, plezier maken en samen de wereld ontdekken.